, [], Genesis 47:7-10: Jacob's life here on earth; Isaiah 6:5: Man sees his uncleanness in God's presence; Ephesians 6:24: The Love of Christ
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Jozef bracht zijn vader Jakob mede, en stelde hem voor Farao's aangezicht; en Jakob [7]zegende Farao. 7. Op een bijzondere wijze, als een patriarch, den koning in zijn groetenis voor alle eer en vriendschap, hem en den zijnen bewezen, dankende, en hem allerlei welvaart van God toewensende; verg. 1 Sam.13:10, en 2 Sam.8:10, alzo ook onder, vs.10.